News Trending

Lily de Bont

1958

Lily de Bont (NL) woont en werkt in Rotterdam. Ze studeerde in 1989 met lof af aan de Sint Joost Academie in Den Bosch. Ze ontving dat jaar de “Lucas Prijs” de “Jan Hoet prijs”. Recente tentoonstellingen waren bij NL=US Gallery in Rotterdam, ACEC in Apeldoorn, Artphy in Onstwedde, Sebastian Fath Contemporary in Mannheim en Transmitter in New York

 

De schilderijen van Lily de Bont (Ulvenhout, 1958) zijn zowel een destructie als een gereconstrueerd alternatief voor het archetypische schilderij. De Bont valt het schilderij frontaal aan door het doek kapot te snijden, van het spieraam af te halen of te “ontweven” (reversed weaving). Waar zij aanvankelijk het aangetaste doek verstijfde met gips of epoxy, daar blijft het doek de laatste jaren soepel. Gewapend met een scalpel ontleedt zij het schilderslinnen zorgvuldig als een volleerd patholoog-anatoom. De ontrafelde draden hangen losjes naar beneden en veranderen het totaalbeeld, inclusief de afmetingen als het werk wordt gekanteld of anders wordt gedrapeerd.
Het houten spieraam, indien aanwezig, wordt blootgelegd als een geraamte. In ander werk worden de latten verzelfstandigd en verder ontleed middels wat zij amputaties noemt. Tenslotte kan ook het doek het alleen af zonder geraamte. Hier raakt haar werk aan de beginselen van de Franse Supports/Surfaces kunstenaars. Het is de “preparatie” van het doek, de reductie, die de thematiek van “Schoonheid en destructie” verder verdiept en die ongekende mogelijkheden bloot legt.
Zelf zegt ze over haar werkwijze: “Met het loshalen van de draden heb ik ontdekt dat een weefsel eigenlijk een raster is. Door het raster te gebruiken voor het precies kunnen positioneren van de verf, de compositie, heb ik oneindig veel mogelijkheden en meer controle op het resultaat. Door het linnen los te snijden geef ik een deel uit handen aan de zwaartekracht. Deze onvermijdelijke kracht komt zichtbaar in het werk. De abstracte minimalistische geschilderde vormen, houden het linnen bij elkaar en zijn nu het constructieve element van het werk. Datgene dat voorheen door de spielatten werd gedaan”.
In de meest recente werken is er geen onderscheid meer tussen een voor en een achterzijde. De Bont schildert op beide zijden van het doek. De werken hangen niet meer aan de muur, maar worden in de ruimte gehangen of haaks op de muur geplaatst, zodat het doek de ruimte insteekt. De ene zijde is het spiegelbeeld van de andere. Het werk is zowel extreem plat als uiterst ruimtelijk. Ver weg en tevens onverwacht dichtbij van wat we doorgaans van een schilderij verwachten.